Dat er een akkoord zou komen met betrekking tot het langer openhouden van 2 kernreactoren voor een totaal van 2000 MW was al enige tijd duidelijk geworden.
Zoals dit verwacht mag worden uitten beide partijen zich zeer tevreden voor verschillende redenen. De regering ging zelfs in de overtreffende trap door te zeggen dat de bevoorradingszekerheid er in jaren niet meer zo goed heeft uitgezien.
Dat hier sprake is van enig rookgordijn werd pijnlijk duidelijk daar enkele uren na de persconferentie betreffende het akkoord Elia met een droge boodschap doch zeer duidelijk rapport kwam. België mag uitkijken naar een aanzienlijk te kort qua elektriciteitsproductie. Elia spreekt van 3.5 GW noodzakelijk bijkomende capaciteit om dezelfde bevoorradingszekerheid op een aanvaardbaar niveau te houden.
Toeval, net 3.5 GW toevallig min of meer de som van de 5 kernreactoren die definitief uit dienst worden genomen? Wellicht neemt mijn argwaan de bovenhand maar ergens is het natuurlijk ook niet meer dan logisch gezien de kerncentrales vandaag zowat nog de helft van de elektriciteit leveren.
Over het akkoord zelf kun je allerlei analyses maken en zelfs conclusies alleen zijn ze allen omgeven door onzekerheid. De stelling van de directeur van Electrabel dat er waarschijnlijk zelfs geld overblijft voor de overheid is een voorspelbaar discours. Positivisme kan niet anders dan heersen na zolang onderhandelen.
De in totaal 23 miljard Euro die het bedrijf dient te betalen voor de opslag van het nucleair afval en de afbraak van de kernreactoren is een enorm groot bedrag, alleen begeven we ons allemaal op onbekend terrein. De eigenaar van deze kernreactoren heeft nog nooit een kerncentrale ontmanteld voor zover ik weet en nog veel minder ervaring in het opslaan van kernafval gedurende honderden jaren.
Het probleem met dit akkoord is vooral dat binnen tien, twintig jaar alle verantwoordelijken allang met de Noorderzon zijn vertrokken en pas dan duidelijker zal worden wat de mogelijke kost gaat zijn. Wat vooral schandelijk is dat een privé risico nu wordt afgewenteld op de samenleving en weer met toestemming van een regering.
Herinnert iemand zich nog het Zilverfonds van de toenmalige regering Verhofstadt, een idee om de uitbetaling van de pensioenen robuuster te maken en uit de koker van toenmalige minister Van de Lanotte. Het enige dat toen gebeurd is was een overval op het pensioenfonds van Belgacom, Proximus waar een aantal miljarden Euro’s in zaten en vrolijk gebruikt werden om aan te tonen dat de begroting in evenwicht was.
Daarna niks meer gehoord van de zilveren vloot, gezonken waarschijnlijk of beter gezegd schipbreuk gelopen op de kliffen van de volgende generaties.
Terugkomend op de kwaliteit van dit akkoord twijfel ik er niet aan dat men veel details heeft bekeken alleen ontgaat mij alvast één, hoe denkt men de Europese Commissie ervan te gaan overtuigen dat het heel normaal is dat een nationale overheid een joint-venture aangaat met een privé bedrijf en hier verder ook nog een aantal mooie voordelen aan koppelt zoals een minimum prijsgarantie voor de geproduceerde elektriciteit? Goed dat men ook een plafond heeft ingebouwd maar het blijft gewoon een garantie, lees subsidie.
Men zal zeker proberen om dit met de mantel der liefde te bedekken onder het mom van de oorlog in Oekraïne alleen weet iedereen dat hier niet de hoofdoorzaak legt. Gezien het gebrek aan nieuwe alternatieve schone productiebronnen die men de laatste twintig jaar niet heeft uitgebouwd in de plaats van de kerncentrales die gingen uit faseren is er nu nog maar één optie en dat is op één na twaalf onder voorwaarden smeken om toch maar twee kernreactoren tien jaar langer open te houden.
20 jaar na de wet op de kernuitstap en vele regeringen en ministers van energie later kunnen we in ieder geval 1 duidelijke conclusie trekken. We gaan zeker naar een energiehuishouding die grote schommelingen zal gaan kennen zowel in prijs als in beschikbaarheid. Is het onwil, onvermogen of gewoon gebrek aan kennis die hier aan de oorzaak leggen of een mix van de drie? Zelf houd ik mij vast aan het laatste omdat de eerste twee ondenkbaar moeten zijn.