Energie-Blog

André Jurres

Dat we in een complex politiek landschap leven in België, hoeft zelfs in het buitenland geen verrassing meer te heten, maar deze week kregen we weer een mooi schouwspel tussen de diverse regeringen. Het vorige week afgesloten klimaatakkoord tussen de federale overheid en de diverse deelstaatregeringen bleek geen akkoord te zijn.

Wat energie en klimaat betreft zijn de diverse staatshervormingen die België gemaakt hebben tot het land dat het is, eerder staatsmisvormingen geworden. De besluiteloosheid in dit dossier waar men al zes jaar probeert om tot een verdeelsleutel te komen voor zaken zoals hoeveel procent groene stroom er moet opgewekt worden, is schrijnend. Het bewijst ook voor een deel dat niet iedere staatshervorming waarin men bevoegdheden naar de regio brengt een succes is.

Vier ministers van energie en ook vier ministers van klimaat, en zelfs dan zijn het niet altijd dezelfde personen. Een freudiaanse knop waar het resultaat zal zijn dat we suboptimale oplossingen gaan ontwikkelen. Wellicht vallen in de energiesector zelf nog wel een aantal zaken te regionaliseren, ook al kan men zich de bedenking maken dat als alles niet herverdeeld kan worden of men dit had moeten doen. Zo zit het hoogspanningsnet en de grootschalige productie nog bij de federale regering, maar de distributienetten en groene stroom bij de deelstaat regeringen. Alsof je een elektron juridisch in stukken gaat knippen om hem dan vervolgens weer proberen aaneen te plakken.

Zelfs wat het uitbouwen van een langetermijnstrategie betreft, gaan de diverse regeringen niet synchroon te werk en probeert men elkaar dus indirect stokken in de wielen te steken want niet afgestemd zijn de slaagkansen automatisch kleiner. Ondertussen tikt de tijd onverbiddelijk voor België en zijn deelstaten om de deadline van Parijs te halen.

Dat iedereen er zich van bewust is, dat als we onderling geen akkoord bereiken, we beter gewoon niet gaan of een afgevaardigde sturen om te zeggen dat we er niet klaar voor zijn. Heb trouwens gehoord dat België van plan is om 150 mensen naar Parijs te sturen. Waarschijnlijk een gevolg van een directe hogesnelheidslijn te hebben want de toegevoegde waarde van zoveel mensen is mij volstrekt onduidelijk. Het onderbouwt trouwens mijn stelling dat dergelijke evenementen voor de bühne zijn en inhoudelijk niks bijdragen tot een beter klimaat of milieu (niks is wellicht wat overdreven want de foto's zijn wel leuk en natuurlijk bij een akkoord wordt de aandacht getrokken).

Een film zoals The Inconvenient Truth heeft wat dat betreft een veel grotere impact gehad dan eender welke klimaatconferentie, maar we moeten blijven proberen. Dat de VN nu met het positieve bericht komt dat we slechts op een temperatuursstijging van 2,7 graden afstevenen is toch niet zo verstandig want de criticasters gaan dit gebruiken om de noodzakelijke inspanningen te reduceren onder het mom: zie je wel, het valt wel mee.

Heb persoonlijk toch wel enige twijfel trouwens over deze geruststellende woorden van de VN want de mensheid heeft nog niet de middelen om de formule van Moeder Aarde te doorgronden. We zijn totaal niet in staat om in te schatten hoe ons klimaat werkt en of er geen kantelmomenten zijn waardoor effecten versterkt worden. De mensheid zou moeten streven naar 0 graden om zo ergens in de buurt te komen of zelfs negatieve CO2-druk nastreven. Men vergeet al snel dat we de laatste 200 jaar al massale hoeveelheden CO2 en andere gassen in het klimaat hebben gepompt en dat deze nu al hun effect hebben op mens en milieu.

Ondertussen blijft de sector kreunen en schrijft ze bloedrode cijfers en wordt de ene na de andere centrale uit dienst genomen. De enige, nog rendabele centrales zijn afgeschreven kolencentrales of kerncentrales die weinig toekomstperspectief bieden. Zelfs in Nederland neemt het aandeel van kolencentrales nog toe gezien de ene na de andere gascentrale verdwijnt. Voor een land dat mede groot is geworden door zijn grote gasvoorraden, spreekt dit boekdelen.

Ook in de duurzame sector is het verre van rooskleurig als men de resultaten ziet van landen als België en Nederland. Hoe we ooit naar bijvoorbeeld 50% opgewekte duurzame energie gaan geraken tegen 2030 aan dit tempo is mij een raadsel. Het bashen zowat iedere dag in de media en de diverse parlementen van onze sector, doet ook geen goed. Vorige week weer de mogelijke problemen bij de offshore windmolenparken die ook te veel zouden verdienen. Dit soort uitspraken zijn veel te vrijblijvend en worden al snel gedaan en vooral door iedereen overgenomen. Men vergeet wel dat ons groenestroomcertificatensysteem slechts een deel van de inkomsten vertegenwoordigt en wij dus 100% afhankelijk zijn van de stroomprijs op de beurs om te kunnen overleven. Met de huidige prijs kan ik u voorspellen dat we ook in de duurzame sector in Vlaanderen nog problemen gaan krijgen, zeker voor die vormen zoals biomassa en biogas waar de output (van elektriciteit en warmte) heel hoog is (en dus ook de efficiëntie), maar de procentuele marges heel klein. Dit jaar zal het wellicht nog meevallen daar de feedstock (lees: brandstof zoals afval en agrarische producten) niet te duur is, maar het verwerken van het restproduct (digestaat) wordt steeds duurder. Enig flankerend beleid is nodig om de malaise in onze sector geen hinderpaal te laten worden voor de stijging van duurzame vormen van energie.

Vorige week maandag stond dit opiniestuk in de krant De Standaard naar aanleiding van de heisa die is ontstaan door het doorrekenen van de historische berg aan groenestroomcertificaten in Vlaanderen voor bijna 2 miljard euro. Ieder gezin moet gedurende vijf jaar jaarlijks 100 euro extra betalen op zijn elektriciteitsrekening.