Energie-Blog

André Jurres

Dat de energiesector voor fundamentele wijzigingen staat is bij velen al gekend, maar nog steeds ontbreekt iedere uitgewerkte en gekozen visie voor de toekomst. Men blijft hangen in datgene wat we kennen en wat al decennia beschikbaar is.

Deze week werd wederom melding gemaakt dat België op een tekort afstevent in de toekomst qua elektriciteitsbevoorrading en dat de oplossingen niet eenvoudig en snel kunnen uitgevoerd worden.

Concreet is men al enige jaren in Europa en ook in België tijdelijke oplossingen aan het invoeren om bestaande gascentrales toch maar beschikbaar te houden als reserve en om in de toekomst voldoende noodcapaciteit te hebben. De zogenaamde capaciteitsvergoeding die reeds vorig jaar in België werd ingevoerd zorgde ervoor dat gascentrales tijdelijk langer werden opengehouden.

Het probleem met dergelijke financiële ondersteuning is dat als je ermee ophoudt de eigenaars bijna onmiddellijk hun rekening zullen maken en de centrales alsnog definitief zullen sluiten.

Erger is nog dat zowat iedere subsidie van bestaande centrales direct marktverstorend gaat werken gezien je zo de prijs artificieel gaat drukken of in ieder geval het status quo in stand gaat houden. De beslissing om Doel 1 en 2 langer open te houden begin december 2015 zorgde zowat direct voor een verdere prijsdaling van de stroombeurs met 40% die al te laag stond voor nieuwe investeringen op gang te brengen.

Keer op keer vergeet men dat elektriciteit bestaat uit vele onderdelen en brandstoffen en dat een wijziging aan een deel ervoor kan zorgen dat andere delen van de sector ook aangetast worden. Alles is letterlijk met elkaar verbonden en daarom werken alleen oplossingen waarvan op voorhand gekeken is wat de impact is over de gehele energiewaardeketen.

De illusie dat we onze kerncentrales kunnen sluiten door gascentrales te gaan inzetten als vol continue centrales is gewoonweg niet realistisch vanuit onze CO2 doelstellingen. Nu is gas een veel minder vervuilende fossiele brandstof dan bijvoorbeeld steenkool, maar grootschalige gascentrales stoten nog altijd massaal veel CO2 de lucht in. Zeker als je onze kerncentrales hiermee zou gaan willen vervangen.

Wat ontbreekt is een visie van waaruit echte keuzes gemaakt gaan worden voor toekomst gerichte oplossingen waarvan ook kleinere flexibele gascentrales een deel worden zonder dat zij vol continue gaan werken. Een energievisie die ook rekening houdt met een gezond investeringsklimaat zodat investeerders op lange termijn de nodige miljarden investeringen kunnen gaan doen.

Minstens zo belangrijk als de technologische keuzes is de keuze van welk marktmodel we willen. Het meest efficiënte model is nog steeds het marktmodel waarin producenten en afnemers, lees leveranciers, elkaar op de beurs ontmoeten en zo zorgen dat er een gezonde markt is waarin investeringen mogelijk blijven en dus onze energie bevoorradingszekerheid gegarandeerd blijft.

Dat het huidige marktmodel niet meer of nooit heeft gewerkt komt voor een deel voort uit het feit dat we vertrokken zijn bij de liberalisering met een situatie die verre van optimaal was. Tot op vandaag heerst er een gevoel dat het status quo het best bereikbaar is en de beslissing om de twee kleinste kerncentrales langer open te houden bevestigen dit ook. De introductie van tijdelijke subsidiemechanismen voor bestaande gascentrales zijn een verdere bevestiging van het gevoel dat overheerst dat we beslissingen kunnen blijven uitstellen.

En toch is het twaalf uur, niet alleen omdat Nasa deze week nog eens de alarmbel luidde door het ene warmterecord na het andere aan te kondigen, maar ook omdat onze sector het verdient als een van de belangrijke motoren van onze economie en welvaart om toekomstgericht te investeren op basis van een breed gedragen energievisie.

Dat onze industrie hier een belangrijke partner in is zal niemand betwijfelen, maar ook zij begrijpen dat iedereen maatschappelijk zijn steentje dient bij te dragen voor de generaties die na ons komen.

Een goede energievisie kan zorgen voor een grotere groei van onze economie en verdient zich als dusdanig volledig zelf terug met zelfs nog een surplus voor onze handelsbalans vermits we zo veel minder fossiele brandstoffen gaan moeten importeren. Hopelijk zal zowel de federale als regionale regeringen na de vakantie eindelijk werk maken van een dergelijke visie zodat we inderdaad in de nabije toekomst dit soort vragen niet meer hoeven te stellen.