Energie-Blog

André Jurres

Daar gaan we dan, de inkt over de zogenaamde certificatenberg van 1,7 miljard euro is nog niet koud of de volgende tekst wordt uitgespuwd. De berichtgeving zal bij vele investeerders en hun projecten in ontwikkeling heel wat wenkbrauwen doen fronsen want hun financiële berekeningen en modellen kunnen voor wind (en zon, maar deze markt is toch al een tijdje tot stilstand gekomen) in de prullenmand.

Men wilt afstappen van een ondersteuning per geproduceerde MWh naar een ondersteuning op het moment van investering. Onuitgegeven tot nu toe in de landen die we goed kennen, maar daarom wilt dit niet zeggen dat het niet mogelijk is. Zon en wind zijn vandaag de dag toch hoofdzakelijk financiële producten geworden en minder energieproducten. Hiermee bedoel ik dat de nadruk steeds wordt gelegd op het beperkte industriële risico en hierdoor kan men met weinig eigen vermogen en zo goed als geen werkkapitaal toch projecten ontwikkelen.

Op zich is het niet verkeerd dat men partijen die willen investeren in dergelijke simpele operationele vormen van duurzame energie ook doet nadenken wat ze met hun opgewekte energie gaan doen. Nu was het credo toch een beetje: als we maar voldoende MWh opwekken, we dumpen het op het hoogspanningsnetwerk en daar wordt het een probleem van de netwerkbeheerder.

Elektriciteit moet geproduceerd worden wanneer het nodig is en niet, zoals nu met windenergie, dat wanneer het in Noord-Duitsland hard waait en men daar de elektriciteit niet nodig heeft, duizenden megawatts gedumpt worden in de naburige landen. Wil je actief zijn in onze sector, dan moet je samen met de overheid ook nadenken over bijvoorbeeld opslag en daarin ook investeren en dit uitbaten.

Of je kunt in de toekomst met het teveel aan zon- of windenergie ook waterstof maken en dit verkopen als brandstof voor onze voertuigen. Nee, dit is geen sciencefiction op voorwaarde dat de overheid wel het kader schept hiervoor in samenwerking met de sector. De overheid moet begrijpen dat oplossingen in de toekomst betekenen dat je naar de hele keten moet kijken en niet alleen naar een klein deel ervan.

Betekent dit dan dat het groene stroom certificatensysteem zijn beste tijd heeft gehad of niet meer voldoet? Nee helemaal niet, men gooit hier het kind met het badwater weg zonder te weten of de nieuwe ideetjes wel gaan werken. Ik neem aan dat de beleidsnota nog eerst met de sector zal doorgesproken worden en er een aantal simulaties zullen gebeuren om te zien hoe het nieuwe systeem zich verhoudt tot het vorige en wat de voor- en nadelen zijn. De overheid weet natuurlijk ook dat er investeerders nodig zijn die vertrouwen hebben in een nieuw systeem, dat de banken ook geloof moeten krijgen in een volledig nieuw systeem en als allerbelangrijkste dat het een positief effect gaat hebben op de investeringen over de hele energieketen.

Zoals gezegd gebeurt er in Vlaanderen, buiten nog wat windmolenparken, zo goed als niks meer en in hun huidige vorm betekenen deze parken geen oplossing voor een betrouwbare bevoorradingszekerheid. Dat men trouwens nog vasthoudt aan het idee om een of twee mega houtverbranders te gaan bouwen is toch wel opvallend te noemen. Men wilt zuinig zijn en dat is verstandig dus is de keuze voor dergelijke geldverslinders zonder noemenswaardige duurzame impact op lange termijn behalve dan een massa CO2.

Opvallend dat men niet gekeken heeft naar het recente verleden waarbij verbranden van hout in oude kolencentrales het bulk van de geproduceerde zogenaamde groene stroom betekende, maar gewoon niet houdbaar bleek te zijn. De nog recentere problemen met Maxgreen bewijzen dat dergelijke monsters niet passen in de houtindustrie. Het feit dat zelfs Eon bedankt voor de eer, ondanks een op het eerste zicht riante subsidie in vergelijking met de investering voor hun oude kolencentrale te Genk, bewijst ook dat de operationele risico's gewoon niet in te dekken zijn op lange termijn.

Ondertussen tikt de klok voor de kleinschalige decentrale biogas/massa/WKK-projecten die nu al amper rendabel kunnen werken door de lage elektriciteitsprijs en het uitblijven van extra ondersteuning op allerlei vlakken. Trouwens is het af te wachten hoe men deze belangrijke duurzame productie gaat blijven ondersteunen want het is duidelijk dat dergelijke centrales ook tijdens de operationele fase ondersteuning nodig hebben. Ondertussen is het afwachten of een echt overleg er komt alvorens men deze beleidslijnen wilt gaan implementeren.

Is er ook echt ruimte voor innovatie en samenwerking over de grenzen heen met bijvoorbeeld onze Nederlandse vrienden? De minister zoekt doorbraken voor de ontstane impasse en op zich moet de sector hetzelfde doen. Ondertussen blijft Vlaanderen voor ons, wat ontwikkeling betreft van nieuwe projecten, een zwart vlak totdat we alle details hebben kunnen doorrekenen en doorspreken met de bevoegde instanties.