Energie-Blog

André Jurres

Dat energie in het nieuws blijft in België is toch een frappant verschil met Nederland. De commotie die hier zowat iedere week heerst over de dure energieprijzen en die totaal ontbreekt bij onze Noorderburen is opvallend.  De gemiddelde jaarlijkse kost voor uw elektriciteit en gas komt uit tussen de 2000 en 2500 euro waarvoor men een heel jaar aangenaam kan leven in ons klimaat.  De perceptie dat dit hoog zou zijn of teveel komt voor een groot deel door de nog steeds aanwezige dominante marktpartijen Suez/GDF/Electrabel en EDF/Luminus en zo als een rode lap werken.

Na de tijdelijke plafonnering van de tarieven sinds 1 april volgt nu een actie van de federale regelgever Creg die het op zich neemt om voorwaarden te stellen hoe het product moet berekend worden. Op zich is uniformiteit een goede zaak voor het kunnen vergelijken van de tarieven, alleen is al deze inmenging in het enige stukje geliberaliseerde markt ook gevaarlijk.  Wat opvallend was dat een bedrijf als Nuon in een zin genoemd wordt als de twee historische spelers en dat deze onder vuur zouden leggen.

Het vernoemen van een relatief kleine speler en bovendien actief als uitdager in de markt (pas begonnen in de markt in het najaar van 2002) lijkt me toch een vergissing en wellicht gaat het hier om een communicatiefout.  Zo niet, dan dient men toch te begrijpen dat deze uniforme, eenzijdig opgelegde maatregelen ook deze nieuwe uitdagers treffen of het nu Eneco, Lampiris, Essent of Nuon betreffen.  Dat de markt recent in beweging is gekomen zodat vele gezinnen een nieuwe leverancier kiezen is zeer positief, maar de markt kan evengoed snel terug stilvallen na het wegvallen van de media-aandacht.  Dat de marges onder druk zullen komen voor deze nieuwe spelers is zo goed als zeker.

Ook zal het onderscheid voor deze relatief nieuwe spelers kleiner worden en zullen ze het moeilijker krijgen om zich te verschillen met de aanbiedingen van de historische marktspelers. Wat zijn de mogelijke oplossingen om ervoor te zorgen dat steeds de beste prijs betaald? Vandaag is het zo dat men als leverancier nog steeds niet weet wat iemands verbruikprofiel is omdat men met standaardprofielen werkt. Het feit dat we het verbruik nog steeds niet online kunnen uitlezen is echt niet meer van deze tijd. De federale regelgever Creg zal hopelijk niet vergeten ook hier ondersteunende maatregelen te nemen om zo de meterbedrijven te motiveren om snelheid te maken in de uitrol van deze zogenaamde slimme meters.

Nu als het alleen maar is om het verbruik online te kunnen aflezen kun je toch bezwaarlijk van slim spreken (natuurlijk wel als je de huidige situatie bekijkt), maar deze meters zouden ook moeten kunnen sturen in een huishouden of bedrijf.  Zodat machines centraal gestuurd worden en de was bijvoorbeeld gebeurt op momenten waar er teveel stroom wordt geproduceerd (met wind- en zonproductie zal dit in de toekomst steeds meer gebeuren).  Ook voor de leveranciers kunnen slimme meters uitkomsten bieden voor het gebrek aan onderscheid. Zo kan een leverancier veel meer op maat gemaakte prijzen in de markt zetten.  Men zou zelfs kunnen overwegen om eigen meters te plaatsen maar dit vergt natuurlijk wel een extra investering die men zou kunnen terugverdienen door jaarlijks een klein bedrag aan te rekenen voor dergelijke meter(enkele Euro's) en dit bedrag te verhogen indien de klant ervoor kiest om dan toch een andere leverancier te nemen.

Men dient dus dan een tweede overeenkomst te tekenen met de leverancier voor een dergelijke meter waardoor de leverancier een beetje ook meterbedrijf wordt. Nu zijn deze zaken op dit ogenblik nog een monopolie-activiteit maar wellicht is de Creg gevoelig voor deze positieve bijdrage aan meer dienstverlening voor de eindklant.  Ook is het gebrek aan uitrol en vooral dan de snelheid een argument om deze markt open te breken.

Een ander voorbeeld vindt men ook in andere landen waar leveranciers op hun kosten een zonnepanelen-installatie op een huis aanbrengen en de energie die geproduceerd wordt aanbiedt aan de lokale eigenaar.  Zo kun je ook aan klantenbinding doen, want je gaat eigenlijk samen je lokale energiehuishouding structureel wijzigen en gedurende bijvoorbeeld twintig jaar samen in zee. 

Deze twee voorbeelden zijn zeker niet de enige waar leveranciers een onderscheid in kunnen gaan maken en een alternatief hebben ze niet echt. Als de leveranciers uit hun cordon willen breken dat nu wordt geïntroduceerd, zullen ze creatiever moeten worden dan tot nu toe het geval was. Nu is het bedenken van nieuwe richtingen niet echt het sterke punt van deze sector die dit vaak ook niet toelaat vanuit de wet- en regelgeving. De uitdagers in de markt dienen ook te proberen samen duidelijke boodschappen te brengen naar de politiek in dit land om zo gehoord te worden. Individueel zijn ze veel te klein maar samen zijn ze het enige alternatief op enige marktwerking. Een dergelijke structuur van onderling overleg en communicatie ontbreekt nu in België (waar alleen de uitdagers lid van zijn).