Energie-Blog

André Jurres

De laatste dagen wordt er in verschillende media melding gemaakt dat de oude dame de smaak te pakken heeft qua groen, de indienststelling van een oude omgebouwde kolencentrale tot houtverbrander zorgt voor euforie? Zelfs onze Vlaamse minister van Energie, mevrouw Van den Bossche ontbrak niet bij de feestelijke opening ondanks alle kritiek eerder op deze ombouw en dan vooral de maatschappelijke kost ervan. 

 

Blijkbaar voelt de dominante marktpartij goed aan dat er op dit ogenblik veel ruimte is om haar marktaandeel nog te vergroten en vooral de bulk van toekomstige groene stroom subsidies ook binnen te halen. Het ontbreken van een volwaardige federale regering maakt automatisch ruimte voor dominante marktpartijen, want zo blijft het status quo behouden en bouwen ze iedere dag meer reserves op. Ook al zijn de regionale regeringen bevoegd voor de duurzame subsidies zien we daar ook dat enerzijds de wil ontbreekt om te ageren en er zelfs in Wallonië met enthousiasme gereageerd wordt op de aankondiging dat de dominante marktpartij nog een aantal grote houtverbranders wil bouwen. 

 

Zonder al teveel op de technische wensbaarheid in te gaan van vele grootschalige houtverbranders, dient men toch te weten dat de aankondiging van vijf tot zes nieuwe 200 MW houtverbranders zowat de wereldmarkt voor houtpallets gaat scheef trekken.  Dat we eerst eens met een proberen zoals het Havenbedrijf in Antwerpen heeft aangekondigd. Dit soort centrales is nieuw en er bestaan in heel Europa nog zo goed als geen. Het massaal invoeren vanuit de andere kant van de wereld van houtpallets kan men bezwaarlijk een daad van duurzaam bestuur noemen. Net zoals in Wallonië gaat men in Vlaanderen hopelijk verder op het elan van kleinschalige biomassacentrales (maximum 20 MW) die hun energie (groene stroom, groen gas of warmte) lokaal laten bij bedrijven en/of gezinnen. Het vervangen van kolencentrales door houtcentrales betekent gewoon massale hoeveelheden schadelijke stoffen in de lucht stoten. Als dit hout bijvoorbeeld restafval is uit lokale gebieden kan men een uitzondering maken. (Op voorwaarde dat de kleinschaligheid onder de 20 MW gegarandeerd blijft).

 

Het is te hopen dat onze beleidsmakers wakker zijn voor het gevaar en ook rekening houden dat ons subsidiesysteem duurzaam, maar ook betaalbaar moet blijven. Dat Ackermans en Van Haren zich voor deze kar laten spannen is jammer, maar begrijpelijk gezien ook zij de rendementscijfers hebben gezien, maar vergeten dat er een maatschappelijke kost is die draagbaar dient te blijven. Dat men zich liever met vier of vijf grote centrales bezighoudt is te begrijpen, maar het alternatief, vele tientallen kleinere centrales, is veel beter voor de lokale verdeling, maar komt hun niet goed daar ze vanuit bestaande sites kunnen werken waar de hoogspanningsaansluitingen al aanwezig zijn. Voor nieuwkomers is het alleen maar dromen om vanuit zo een zetel te kunnen werken. 

 

Erger is nog dat indien men dit gaat laten gebeuren men de dominantie van de oude dame nog verder gaat laten toenemen en dit zelfs op de kosten van de burgers daar deze centrales met subsidies worden gebouwd (lees werken).

 

Toevallig sprak ik deze week nog met een van de zwaargewichten bij de regelgevers en hij was het volledig eens met mij dat toekomstige grootschalige centrales (en/of investeringen) in consortium dienen gebouwd te worden en dat geen een partij meer dan 20% in zo een centrales mag hebben. Zeker in België is dit noodzakelijk om er zo voor te zorgen dat de markt in de toekomst in ieder geval voldoende concurrentie zal kennen op het vlak van elektriciteitsproductie. Hier kunnen onze politieke verantwoordelijken perfect werk van maken via wetgevend werk zodat alle investeerders goed weten wat de voorwaarden zijn, trouwens ook een vraag van Avh (Ackermans en Van Haren). Gezien dit schot voor de boeg door de dominante marktpartij zal ik het zwaard nogmaals opnemen om ervoor te zorgen dat alle beleidsmakers goed begrijpen hoeveel geld dit kan gaan kosten en wat er wel dient te gebeuren om nieuwe investeringen te stimuleren. Deze nieuwe studie zal begin volgend jaar klaar zijn (to Bio or not to Bio).