Energie-Blog

André Jurres

De bom van vorige week over het abrupt verminderen van de subsidie voor zonne-energie is nog niet gaan liggen of we zien dat de overheid wederom achter de feiten blijft lopen. Het ombouwen van een oude kolencentrale te Gent naar een verbrander van houtpallets gaat maar liefst voor 1 miljard aan subsidie krijgen de komende tien jaren. De investering van 125 miljoen euro staat toch niet helemaal in verhouding. Daarnaast zal de energie ook verkocht worden en ook hier zal winst op gemaakt worden. Als kost dient natuurlijk wel de aankoop van hout pallets, personeel- en onderhoudskosten gezet te worden. Wat men nog vergeet mee te nemen als extra winst is dat je als leverancier aan je eigen klanten de volledige boeteprijs kan doorrekenen en dus niet de groothandelsprijs voor certificaten. Dat men nu op Electrabel schiet om dit aan te klagen is echter niet correct, het bedrijf heeft gewoon de ruimte genomen die er was door de bestaande subsidieregimes. Had men dit kunnen voorkomen? Wat mij betreft ja, er waren al voldoende voorbeelden jaren voorradig(bv Nederland) om te kunnen zien dat het bij verbranden van houtpallets in kolencentrales niet onder duurzame energie dient te vallen. Dit geldt wel in mindere mate voor de centrale waar hier sprake voor is want deze wordt volledig voor dergelijke verbranding ingezet maar men had dit kunnen beter kunnen plafonneren.(hiermee bedoel ik volle subsidie tot een bepaald niveau bijvoorbeeld 20 MW en daarna dalen). Zeker wat betreft het hergebruiken van voormalige centrales/sites die worden omgebouwd kan men spreken van een ongelijk speelveld voor de nieuwe actoren in deze industrie. Opnieuw worden de nieuwe spelers benadeeld daar zij steeds van nul dienen te vertrekken bij de ontwikkeling van centrales (het lijkt wel een herhaling van de leveranciersmarkt waar de nieuwe spelers in 2002/2003 ook met nul klanten mochten beginnen en de oud monopolisten Electrabel en Luminus simpelweg alle klanten cadeau kregen van de overheid). Verder kan men zich toch de vraag stellen of het verbranden van hout (behalve afvalhout) past in een duurzame gedachte en dan zeker al niet door gebruik te maken van oude omgebouwde kolencentrales.
Als reactie zeggen de beleidsmakers dan dat ze biomassa blijven steunen ook al is dit volgens sommige zeer vervuilend. Dit kan misschien gelden voor het verbranden van hout maar men gooit alles weer op een hoop. Er zijn ook biomassatechnologieën die een neutrale afdruk hebben en dan vooral degenen die biogas maken. Dit proces van vergassing van bijvoorbeeld plantaardige brandstoffen staat in geen verhouding met het klassieke verbranden van hout. Sowieso dient men ook het verbranden van hout te plafonneren zodat er een gezonde mix ontstaat van biomassatechnologieën. De meest potentiële groei zit in het vergassen van plantaardige stoffen gezien deze ook lokaal kunnen worden geteeld. Dan kan men ook ineens de duurzaamheid van de teelt goed in de gaten houden zodat dit niet ten koste gaat van de voedselketen maar zal dienen als stabiele bron voor onze landbouwers die vaak de speelbal zijn van de productie van teelten op de wereldmarkten. Kijkende naar Duitsland kunnen we door efficiënt gebruik van plantaardige energiegewassen nog groeien met een factor 100 in het aantal biomassa-installaties. Dat men dan ineens ook in staat zal zijn om een belangrijk deel lokaal gas te produceren op een duurzame wijze (bijna 20/25% van onze jaarlijkse gasbehoeften), zijnde het zogenaamde groene gas, zal ons ook minder afhankelijk maken van het buitenland. De laatste twee weken bewijzen andermaal dat de overheid de regelgevers de macht moeten geven want deze materie is gewoon voer voor specialisten en men dient nu eens eindelijk naar de zogenaamde best practices te kijken vanuit het buitenland. Als laatste merk ik ook dat beide zijden (hiermee bedoel ik vooral de lobbyisten van beide zijden die de overheid constant van hun gelijk willen overtuigen) elkaar vooral verzwakken in plaats van naar oplossingen te zoeken. Het in België gebruikte systeem van certificaten is een van de weinige goede voorbeelden in Europa, want hij ligt de kost waar hij moet leggen en dat is bij de verbruikte Kwh en zijn afnemers.