Energie-Blog

André Jurres

Normaal ging ik deze week verder op de reeks over de investeringskosten die ons te wachten staan de komende decennia en als volgende wilde ik de investeringen toelichten die nodig zijn voor bepaalde duurzame vormen van energie. Hier ga ik zeker op in, maar de actualiteit blijft natuurlijk voorrang hebben als onze sector wordt besproken en zaken wellicht enige nuance verdienen.

Op 1 april kregen we een serieuze vis voorgeschoteld van een verbruikersfederatie in België, genaamd Febeliec, die uitkwam met een studie gemaakt door Deloitte. Hierin probeerde men aan te tonen dat de energiekost voor de grootste 100 bedrijven in België fors hoger ligt dan in onze buurlanden.

Op zich zullen de feiten wel juist zijn, alleen gaat men wel heel selectief te werk of minstens niet volledig vanuit historisch perspectief. De pure productiekosten liggen trouwens veel dichter bij elkaar en het zijn vooral de extra's zoals taksen en transportkosten die het verschil doen oplopen, wat ook netjes in de marge werd verteld.

Alleen vind ik de communicatie niet volledig als men weet dat sinds 2007 de prijzen voor elektriciteit gekelderd zijn. De prijsdaling van zowat 50% heeft ervoor gezorgd dat al vele centrales gesloten werden en er voor meer dan 500 miljard euro werd afgeschreven bij de elektriciteitsproducenten. Op zo'n moment pleiten voor het bevriezen van de prijzen, getuigt van een behoorlijk wereldvreemd gedrag en denkt men toch vooral aan het korte (eigen) termijn belang.

Aan de andere kant dienen we wel te begrijpen dat we onze zware industrie, en dan vooral degene die veel elektriciteit verbruikt, niet kunnen negeren. Of de oplossing is om dan maar in dezelfde spiraal te gaan als onze Duitse vrienden, is een heel ander paar mouwen. Er wordt nogal snel gezegd dat we dezelfde oplossingen dienen te integreren en bijvoorbeeld alle extra kosten voor 90% dienen vrij te stellen. Dat wil zeggen dat je bijvoorbeeld de transportkost zowat gratis gaat weggeven en dat Elia dus een deel inkomsten ziet wegvallen. Op zich een keuze, maar men dient te weten dat deze besparing voor de grootindustrie automatisch zal overgeheveld worden naar de kleine verbruikers.

Op zich kan ik mij vinden in het competitief houden van onze grootverbruikers, alleen niet vrijblijvend. De industrie zal bij het uitwerken van een lange termijn energiepact ook zijn deel van het werk dienen te doen en mee te willen investeren. Het verkrijgen van een prijsafspraak op lange termijn, om zo onze industrie te ondersteunen is een ding, maar hiervoor geen garanties krijgen dat men zijn verantwoordelijkheid mee opneemt is een ander.

Trouwens, nog niet zolang geleden waren sommige van deze bedrijven nog verenigd in een consortium genaamd Blue Sky en hadden ze grote plannen. Ga nu maar eens praten met Tessenderlo Chemie en vraag maar eens hoeveel plezier ze hebben van hun relatief nieuwe gascentrale. De sleutel voor een oplossing ligt in overleg, maar niet in het doorschuiven van de rekening.

Anderzijds kwam een vertrouwelijke studie van de Creg naar boven die duidelijk maakt dat de winsten op onze kerncentrales kleiner zijn geworden, trouwens voor de hierboven omschreven redenen dat sinds 2007 de stroombeursprijzen met 50% gedaald zijn. Op zich kan men niet anders dan rekening te houden met deze prijs, alleen dienen de uitbaters te begrijpen dat zodra de stroombeurzen terug naar een normaal niveau gaan, zij automatisch terug meer zullen moeten gaan betalen. De vergoeding aan de stroombeurs koppelen via een formule lijkt me de aangewezen oplossing boven een arbitrair gekozen fictief bedrag.

Verder werd vorige week ook nog een item op het Nederlandse nieuws toegelicht over de ambitie van een privéconsortium om voor de Belgische kust in De Haan een groot energie- eiland te bouwen. Op zich een geweldig idee, alleen de uitwerking en omvang vereisen wel dat dit stukje van de puzzel past in een totaal. De investeringskost van 1,5 miljard euro is dermate groot dat een ondersteuning (lees: subsidie) nodig kan zijn gedurende 45 jaar.

Gezien ik geloof in marktwerking is een eerste stap die dient te gebeuren te kijken of de investeringskost redelijk is (marktbevraging) en of er goedkopere alternatieven zijn om grootschalige opslag te bouwen. Een ondersteuning gedurende een dergelijke termijn van 45 jaar valt eigenlijk onder de openbare infrastructuurprojecten en niet zomaar in privéhanden. Daar komt bovenop dat deze opslag vooral dient om vraag en aanbod in evenwicht te houden en onze evenwichtsverantwoordelijke lijkt me toch meer een taak voor Elia/Tennet.

Zoals gezegd, is het idee an sich goed en we zullen trouwens vele oplossingen nodig hebben om onze bevoorradingszekerheid op peil te houden zonder het milieu te vernietigen. Het surplus aan wind en zon stockeren om er dan opnieuw elektriciteit mee te maken is slechts een deel van de oplossing en wellicht ook niet de meest rendabele op lange termijn. Onze verslaving aan olie indachtig moeten we ook streven om hier onafhankelijk van te worden tegen 2050 en hiervoor heb je alternatieven nodig zoals waterstof, C(B)NG (rijden op groen gas), etc Dergelijke keuzes zullen besproken dienen te worden met alle actoren.