Energie-Blog

André Jurres

Zoals ook bij de vorige regeringen blijft men de privé-nieuwbouw ondersteunen (en verplichten) door extra investeringen op te leggen inzake het lokaal opwekken van duurzame energie en de betere isolering van de nieuwe huizen. Nu wil ik zeker niet betwisten dat extra snoepjes voor de nieuwbouw niet nuttig zijn en vooral zogenaamde quick wins zijn vermits nieuwbouw veel gemakkelijker nieuwe voorwaarden kan implementeren. Echter, is de renovatie van bestaande gebouwen een veel belangrijkere prioriteit vermits er daar simpelweg veel meer van zijn die niet meer voldoen aan de huidige energienormen.

Het bannen van alle zogenaamde diesel/mazout ketels uit het straatbeeld zou een veel grotere impact hebben op onze klimaatdoelstellingen dan het leggen van zonnepanelen op nieuwe huizen. Onze miljoen huizen in België die nog iedere winter (en zomer voor het warm water) op diesel stoken is een doorn in het klimaatoog. Geen woord erover in het nieuwe regeerakkoord.

De herdefiniëring van het gebruik van diesel in onze transportsector is nog zo'n stukje laag hangend fruit om snel naar een schonere stadsomgeving te gaan en om onze 2030 doelstellingen te halen. Ik noem specifiek 2030 omdat dit de termijn zal zijn die we nodig hebben om echte omslagen te kunnen maken. De vermelding van de 2020-doelstellingen in deze regeerverklaring zijn al achterhaald alvorens de regering nog actief moet worden. Dit komt gewoon omdat maatregelen in onze sector die je vandaag neemt zelfs al niet meer zichtbaar zullen zijn tegen 2020.

Eender welke regel- of wetgeving die bovenstaande zaken zou aanpakken gaan pas echt hun impact hebben voorbij 2020. De echte omslagen naar een 100% (of bijna) duurzame energiehuishouding zijn ook in dit regeerakkoord niet opgenomen en dat is normaal want een regionale regering is veel te beperkt om dergelijke omslagen te maken. De lidstaten zullen gezamenlijk tot oplossingen dienen te komen.

Het zo vaak gebruikte hype woord demand response is zeker een klein deel van de totale oplossing, maar staat vandaag nog in de kinderschoenen. Zakelijk zijn er wel enkele kleinere initiatieven en ook in een aantal andere Europese landen wordt dit geïntroduceerd, maar dan in zijn eerder eenvoudige vorm. Het is een ding om grote bedrijven aan en af te schakelen (of hun eigen elektriciteitsproductie te gebruiken), maar het is een heel ander ding om alle huishoudens mee te nemen in het vraag en aanbod verhaal. Natuurlijk geloof ik dat een van de sleutels ligt in het wegwerken van ons piekverbruik, maar hiervoor heb je, zoals al eerder beschreven, een slim netwerk nodig en heel andere regelgeving.

Stelt u zich eens voor dat een derde uw energiehuishouding gaat sturen van op afstand. Denk niet dat de huidige wet- en regelgeving dit toelaat. Ãœberhaupt zijn onze netten nog totaal niet geschikt voor dergelijke toepassingen en de toestellen die er op zijn aangesloten ook niet. Zelf heb ik ook geïnvesteerd in zowat alle beschikbare technologieën privé (grond/waterwarmtepomp, zonneboiler, zonnepanelen, isolatie, vloer en wandverwarming, online tool, etc..) en eigenlijk ben ik nu zowat ontkoppeld van de rest van de wereld wat in de toekomst toch eigenlijk net andersom zou moeten.

De duurzame technologieën van vandaag gaan juist uit van lokaal/decentraal gebruik en niet van centrale sturing. Dit komt ook omdat de overheid geen visie heeft op een slimme energiehuishouding/samenleving en ad hoc ondersteunende maatregelen introduceert die los staan van elkaar. Het blind nalopen van simpele doelstellingen zoals deze van 2020 houden geen rekening met wat er al beschikbaar is en wat slim is om te doen.

Neem bijvoorbeeld de biogascentrales die wij hebben, waarom wordt hier geen CNG van gemaakt zodat onze auto's en vrachtwagens er op gaan rijden? Onze regelgeving voorziet alleen maar in het maken van groene elektriciteit met dit lokaal opgewekte groen gas en dat is zeker suboptimaal. Eén van mijn actiepunten voor de komende legislatuur zal zijn om de overheden ervan te overtuigen om leidend te worden in dit soort oplossingen samen met onze Scandinavische (en Duitse) vrienden in plaats van in de start van het peloton te bengelen.

In het regeerakkoord werd ook terecht komaf gemaakt met het zogenaamde Vlaamse energiebedrijf door het nu onder te brengen in PMV (Vlaamse investeringsfonds van de overheid) in een soort sterfhuisconstructie. De Vlaamse leeuw heeft een paar jaar geleden een muis gebaard die ze zelfs niet heeft laten groeien tot haar beperkt potentieel. Dit ligt zeker niet aan de mensen die er gewerkt hebben, maar eerder aan het ontbreken van visie wat dan wel te doen. Binnen deze legislatuur zal dit initiatief dan ook voorgoed begraven worden naar mijn mening.

Positief vind ik wel dat op het kabinet van de bevoegde Minister voor Energie (ze heeft ook nog andere bevoegdheden natuurlijk) mevrouw Turtelboom een zeer ervaren persoon ter beschikking krijgt die ook enige affiniteit heeft met onze sector. Dhr. Sas Van Rouveroij (kabinetschef Algemeen Beleid) heeft een unieke mogelijkheid om samen met Lieve Schuermans (tevens kabinetschef voor o.a. Energie) nu echt een energiebeleid uit te werken dat onze afhankelijkheid (en verslaving) van buitenlandse fossiele brandstoffen kan doen afnemen. Dat de potentie van onze sector tevens onze economische groei mee kan ondersteunen op lange termijn zou dit nieuwe kabinet toch moeten aanspreken.