Energie-Blog

André Jurres

Deze week was het zover, de Commissie gaat werk maken van een echte start van de liberalisering in de energiemarkt. Na de overwinning op Microsoft beseft de Commissie dat zij mits gefundeerde redenen wel degelijk wapens heeft om bedrijven ertoe te dwingen mee te werken.  Deze overwinning is dan ook vooral symbolisch belangrijk. De eerste reactie vanuit de grote twee(lees Duitsland en Frankrijk) begint stilaan voorspelbaar te worden. Het blijft steeds een probleem of het nu telecom, spoor, post of energie is dat de overheid aan beide kanten wilt staan.  Als wetgever moet zij de markt liberaliseren waarin zij zelf in de pot zit.  Een markt liberaliseren betekent ook dat een overheid zich terugtrekt uit deze markten of in ieder geval op dat deel dat echt wordt vrijgemaakt. Het behoud van de netten in handen van de staat is op zich geen slecht idee op voorwaarde dat zij dan wel met gereguleerde tarieven werken.  En dit zonder verborgen belastingen, taksen of andere spitsvondigheden.
Wat de Commissie zou kunnen doen is wat zij van de week heeft voorgesteld met betrekking tot landen die de integratie tussen netwerken en productie wel behouden; zoals Gazprom, deze worden dan verboden om hier bedrijven te kopen.
Eenzelfde regel zou de Commissie tijdelijk kunnen opleggen aan die bedrijven en/of landen die de spelregels van de liberalisering niet volgen.  Als bedrijven zich hier schuldig aan maken dan mogen zij geen activiteiten ontplooien in andere landen.  Op hun beurt mogen bedrijven die de regels wel juist implementeren wel activiteiten opstarten in andere landen.
Een ander voorbeeld van het verleden is het zogenaamde gouden aandeel waar in Frankrijk en België sprake van zou zijn.  Deze dient de Commissie eigenlijk te verbieden daar zij niet passen in een vrije markt.  Wellicht wel als tijdelijke maatregel totdat zij vindt dat er voldoende concurrentie is gekomen.  Het gouden aandeel ruikt anders teveel naar staatsinmenging.