Gisteren kon men zowel in de geschreven pers als op tv de aankondiging van Blue Sky zien, een initiatief van de grootste electriciteitsverbruikers van ons land of een aantal daarvan. De zeven bedrijven nemen dat initiatief vanuit een bittere noodzaak om één van hun belangrijkste kosten stabiel te krijgen en als het mogelijk is naar beneden.
Op zich een zeer begrijpelijk initiatief daar deze bedrijven op twee/drie jaar tijd hun rekening hebben zien verdubbelen! Daar zij met zeven alleen al goed zijn voor 15% van het nationaal electriciteitsverbruik luiden de (nood)klokken. Â
Hoe komt het eigenlijk dat deze bedrijven in tegenstelling tot bijvoorbeeld de gezinnen en kleine bedrijven zoveel meer betalen voor hun energie dan voor de marktopening. Hadden zij niet gerekend op meer concurrentie door de marktopening?
Voor de liberalisering konden er prijzen gemaakt worden op maat van het verbruik en was het dus mogelijk dat grote energieverbruikers zoals Blue Sky kost plus prijzen kregen. Toen besloten werd om de energiemarkten te liberaliseren in Europa werd er zoiets als een marktprijs geïntroduceerd voor de aankoop van energie. Gezien de nieuw ontstane concurrentie in alle klantsegmenten werd het moeilijker om bepaalde markten te gaan subsidieren(lees de ene betaald meer dan de andere) door de constante druk van deze nieuwe concurrentiële omgeving.
Een tweede oorzaak ligt natuurlijk in het gezond verstand van de historische marktspelers die een kans zagen om de prijs op één niveau te brengen of toch zoveel als mogelijk.
Vandaag is de toestand zelfs doorgeslagen en kan men zelf uitrekenen dat de gezinnen en kleine bedrijven veel minder voor hun electriciteit betalen dan de grootverbruikers.
Een totaal omgekeerde markt op twee tot drie jaar tijd. De prijsstijgingen van de laatste jaren sinds de Irak oorlog hebben dit effect nog versterkt.
Een laatste factor van belang in deze omslag is de politieke druk om de prijzen van de kleinverbruikers stabiel te houden en dit op een moment dat internationale druk om de prijzen te verhogen groot is. Hierdoor krijgt men in vele landen een marktprijs voor kleinverbruikers die onder of tegen de aankoopprijs ligt.
De inmenging van de politiek in de prijzen is op zich een foutief signaal in een markt die wordt vrijgemaakt maar is wel begrijpelijk voor een aantal landen en zeker voor België daar de dominantie van één marktpartij nog zeer groot is.
Er dient op korte termijn een oplossing te komen voor deze energie intensieve bedrijven en het is zeker goed dat zij een dergelijk signaal geven. Ook in Nederland is een soortgelijk initiatief naar voren gekomen en zien we dat dit wel gewerkt heeft voor de bewustwording maar dat de prijzen er niet echt door gedaald zijn.
Denk dat de oplossing erin ligt om voor dergelijke bedrijven een kost plus benadering te hanteren voor onze nucleaire stroom(hun deel) opgelegd vanuit de wetgever gedurende een bepaalde tijd totdat er voldoende concurrentie is op productievlak en/of voldoende liquiditeit op de aankoopmarkt. Het zelf bouwen van centrales is geen oplossing daar dit op korte termijn geen oplossingen geeft en dit ten tweede ook de prijzen niet naar een lager niveau zal brengen of men moet zelf bijvoorbeeld overwegen om kolencentrales te gaan bouwen wat voor ons land niet mogelijk is gezien de Kyoto verplichtingen.
In Nederland zie je het debat over kolencentrales ook naar boven komen als alternatief voor een “goedkope†korte termijn oplossing. Alleen vergeet men de milieu kost en de demografische gevolgen hiervan. De klimaatverandering door onze Co 2 uitstoot begint stilaan zichtbaar te worden en in een versneld tempo zijn gevolgen te laten zien. Een drastische daling zal dan ook nodig zijn de komende tien tot vijftien jaar.