Deze week kreeg ik een déjà vu gevoel: de zogenaamde winnaars in Duitsland van twee concessies voor windparken op zee voor een totaal van 7 GW werden bekend en ze kwamen niet als een verrassing. Bedrijven als BP en Total beschikken momenteel immers over grote oorlogskassen hetgeen resulteerde in een “geslaagde veiling”.
In totaal werd er 12.8 miljard Euro betaald, wat omgerekend per MW ongeveer 1.8 miljoen Euro is. Geld dat wellicht verdwijnt in de staatskas van Duitsland om ongetwijfeld andere nuttige zaken mee te doen. Deze aderlating kan grote gevolgen hebben daar andere overheden hier inspiratie gaan uithalen.
Waarom een déjà vu? De parallel met de telecom markt is opvallend, maak ik zelf daar de herinnering aan de veilingen voor 3G en de zogenaamde UMTS veiling die de sector meer dan twintig jaar geleden de nekslaag gaf. Toen gaf de Duitse overheid zes vergunningen uit via een veiling die maar liefst 64 miljard Euro opbracht. Gevolg was dat in goed zes maanden tijd een sector volledig leeg werd gezogen met als gevolg als gevolg dat meer als een decennium investeringen op een relatief laag pitje kwamen te staan en zelfs bedrijven bijna failliet gingen.
Andere landen deden in die periode dezelfde veilingen voor mobiele frequenties en zo kwamen we aan een opbrengst van meer dan 100 miljard Euro. Dat men daarna tot het besef kwam dat het netwerk nog helemaal moest gebouwd worden en de bandbreedte ook nog aan klanten moest geraken kwam te laat.
Nu dik twintig jaar later zie ik dus hetzelfde gebeuren met de potentiële groei van windparken op zee waar Europa hoofdzakelijk rond de Noordzee tot 300 GW windparken via concessies wilt vergunnen. Men ruikt geld en ook nu komt dit weer op het perfect verkeerde moment.
Men vergeet gemakkelijks halve namelijk dat de investeringskost het laatste jaar met 40% gestegen is, de inflatie hoog is en de intrestkosten ook fors zijn gestegen waardoor externe financiering duur wordt. Zowat op het moment dat de “winnaars” in Duitsland bekend werden gaf Vattenfall om deze reden de brui aan een windmolenpark dat ze al in ontwikkeling hadden in Engeland.
Het bedrijf meldde sec en feitelijk dat ze liever een half miljard euro afschrijven op het project dan het verder te zetten en ik neem daarbij aan dat ze de concessie dus gaan teruggeven of er een andere koper voor gaan vinden, tenminste als de Engelse overheid dit toelaat. Dit laatste is onwaarschijnlijk gezien er meestal voorwaarden zijn opgenomen voor het verkrijgen van een concessie zoals bouwtijd en dergelijke.
Ook al lijken deze twee events niet met elkaar verbonden te zijn, zijn ze dat wel: de uitkomst van een hogere Capex en hogere financieringskosten betekent immers dat alleen nog partijen met diepe zakken het risico gaan nemen om dergelijke investeringen te doen. En zelfs dat is geen gegeven want heeft Shell onlangs niet bedankt om verdere investeringen in wind op zee te doen?
Met de huidige negatieve elementen qua kost per MW is het bijna zeker dat overheden terug zullen moeten bijspringen met subsidie om de interesse te wekken van energiebedrijven om de doelstellingen te gaan bereiken.
Systeemintegratie is hierbij één van de sleutelwoorden daar wind op zee een drager nodig heeft en ook onze industrie zijn transitie dient te maken. Het huwelijk tussen wind en waterstof staat hiermee in de sterren geschreven, toch minstens als we de transitie met succes willen doorzetten.
Maar ook hier zal de passende regel- en wetgeving nodig zijn zodat de juiste steun gegeven wordt om deze nieuwe infrastructuur ook echt mogelijk te maken. Bedrijven zoals Tata steel kijken de kat uit de boom om hun activiteiten duurzaam te maken en maken simpelweg de berekening waar ze het goedkoopst kunnen produceren. Met de accumulatie van kosten waar Europa momenteel mee te maken heeft is dat zonder meer een grote uitdaging maar wel mogelijk.