Deze week werd mijn mening gevraagd omtrent de toekomstige(nabije) trends van de energietarieven. Wat mij opviel is dat de vraag niet echt werd gesteld waarom de tarieven gaan stijgen of toch niet voldoende. Dit blijft wijzen op een berusting of gelatenheid wat betreft onze invloed op de tarieven. Mijn eerste reactie is steeds dat niemand een kristallen bol heeft waarin hij kan zien wat een tarief gaat doen maar er zijn natuurlijk wel tendensen. Bijvoorbeeld de verduurzaming van onze energiehuishouding betekent dat je gaat investeren en dat dit dus zal moeten worden terugbetaald. Voor de energie-/elektriciteitsprijs zelf houden wij op lange termijn in onze modellen rekening met een jaarlijkse stijging van drie percent(over een periode van vijftien tot twintig jaar met betrekking tot de groothandelsprijzen terug te vinden op de diverse energiebeurzen). Daarnaast zal er ook geïnvesteerd moeten worden in de gedeeltelijke verduurzaming van ons productiepark wat de opwek van elektriciteit betreft. Grosso modo komt dit voor België neer op een extra 1 miljard euro per jaar gedurende minstens twintig jaar(exclusief opwek via zonne-energie en de subsidie daarvoor). Waar meer onduidelijkheid over bestaat is wat gaat de extra kost worden om het netwerk aan te passen en te groeien naar een zogenaamd smart grid daar duurzame productie veel lokaler gebeurd. Nu hebben ze deze week in Nederland(de NMA, Nederlandse mededingingsautoriteit) de netwerkbedrijven toelating gegeven om hun tarieven de komende drie jaar te laten stijgen met vijf tot zeven percent. Dit komt neer op een drie percent stijging van de globale factuur. De verschillen met België zouden niet zo groot moeten zijn daar beide landen dezelfde grootte hebben en dezelfde bevolkingsdichtheid maar de uitgangspunten kunnen wel verschillen natuurlijk.(lees de netwerken vandaag kunnen verschillen maar in principe is het Belgisch net nog fijnmaziger daar wij meer elektriciteit verbruiken in plaats van Nederland dat meer gas verbruikt. Onze industrie produceert vooral op kernenergie voor zijn elektriciteitsbehoefte waar de Nederlandse dit veel meer met gas doet. Wat ook interessant is om te zien, is hoeveel groene stroom er vorig jaar in Nederland werd geproduceerd. Voor 2009 kwam dit uit op 8.9 percent van de totale stroomopwekking(in 2008 was dit nog maar 7.5%). De toename is vooral te danken aan biomassa-installaties/opwek en hier wringt het schoentje in Vlaanderen bijvoorbeeld. Vandaag is de grootste opwekker van groene stroom in Vlaanderen zonne-energie en dat is geen basis om naar een stabiele stroom van duurzame energie te groeien. De minder dan 900 vollast uren per jaar van een zonnepaneleninstallatie kan nooit op tegen de meer dan 8000uren van biomassa bijvoorbeeld(er zijn 8760 uur in een jaar) en biomassa kan ook gestuurd worden. Men moet naar een goede mix streven en biomassa zou de grootste opwekker moeten zijn voor wind en dan zon om zo een gebalanceerd portfolio te hebben dat betrouwbare energie kan leveren wanneer u het nodig heeft.(en dus niet alleen wanneer de zon schijnt of wanneer er wind is)
In totaal wordt er zo'n 10 TWh aan groene stroom opgewekt in Nederland(op een totaal van 105 TWh) en moet men tegen 2020 toch nog minstens verdubbelen.
De moeilijke groei van biomassaprojecten in België is voor een deel te danken aan de schaarse middelen qua beschikbare grond en de juiste brandstoffen maar dat is maar een deel van het probleem. Zelf bijvoorbeeld hadden wij een bouwaanvraag ingediend voor een locatie bij een boerderij in Oost-Vlaanderen voor een biomassa en deze is door de provincie geweigerd geworden op basis van lokaal protest van de bevolking(het bekende Nimbya syndroom) en men heeft ons zelf voorgesteld om toch vooral in een industriepark te gaan zoeken. Toch een eigenaardige tendens als je dit vergelijkt met landen als Denemarken, Duitsland of Nederland. Een andere biomassaproject dat wij gaan bouwen met de hulp van lokale ontwikkelaars is in Tongeren en ook op een industrieterrein. Hier heeft de lokale overheid(lees de stad) wel positief meegewerkt en ze willen zelfs dat het industriepark op termijn volledig op groene stroom kan werken. Wat een verschil tussen dezelfde lokale overheden!
Een andere oorzaak ligt nog in de relatieve onbekendheid van deze manier van opwek bij de financiële markt in combinatie met een verleden van projecten die niet optimaal waren voorbereid. De overheid dient naast de bestaande subsidies nog een extra ondersteuning te geven die niet zozeer direct meer geld moet opbrengen maar bijvoorbeeld wel blijk zou geven van een voorkeur. Bijvoorbeeld voorrang geven(wat nu ook gebeurd voor bijvoorbeeld de ecologiepremies in Vlaanderen) voor biomassaprojecten(vergunningen en dergelijke), de banken extra waarborg geven gedurende de eerste vijf tot acht jaar(door bijvoorbeeld voor 15 tot 20% van de lening garant te staan zodat het bedrijfsrisico voor biomassaprojecten naar het niveau kan van windmolenparken), etc