Energie-Blog

André Jurres

Nu de storm in Wallonië over Publifin een beetje is gaan liggen is vorige week in Vlaanderen een nieuwe windhoos door het politieke landschap gegaan. De politieke correctheid is bewonderingswaardig en de verontwaardiging op alle ontdekkingen weinig verrassend. Op zich is er niks onwettelijk gebeurd alleen bleek dat Vlaanderen min of meer in hetzelfde bedje ziek is als Wallonië.

Ergens logisch want vanuit het verleden waren de structuren van de intercommunales zeer vergelijkbaar en ook in Vlaanderen heeft men nagelaten om dit kluwen te ontrafelen. Het is natuurlijk nooit te laat en de goede ideeën volgen elkaar in snel tempo op. De liberalen pleiten voor burgerparticipatie via een mogelijke beursgang van de netwerkbedrijven en de Vlaamse nationalisten voor het opdoeken van de honderden mandaten van lokale politieke vertegenwoordigers.

Stuk voor stuk goede ideetjes alleen mis ik een echte onderbouwing vanuit de introductie van de juiste corporate governance structuren en vooral een borging van volledige transparantie. Dat men al streeft naar een goede mix van neutrale bestuurders vanuit het bedrijfsleven aangevuld met lokale politieke mandatarissen. Een verhouding van 50/50 zou ervoor zorgen dat de transparantie een stuk verbetert gezien onafhankelijke bestuurders geen rekening hoeven te houden met achterliggende gevoeligheden.

Als men echt werk wil maken van het moderniseren van de structuren van de netwerkbedrijven dan moet men in het parlement de bevoegde minister vragen om met een onderbouwd plan te komen binnen de drie maanden. Er zijn voldoende voorbeelden vanuit het buitenland waar veel eenvoudigere en vooral kleinere structuren bestaan.

Als men naar de hele heisa kijkt dan is het enige nuttige dat men hopelijk effectief iets gaat doen aan deze oubollige structuren. Dat men echter stopt met mensen aan de schandpaal te nagelen want in Vlaanderen is daar weinig reden toe. Hoogstens de voorzitter van ons federale parlement dhr. Bracke zou zich moeten schamen. Als hoogste ambt dien je het verstand te hebben om je boven het gewoel te zetten en zijn interventie in het schepencollege in Gent was dan ook misplaatst. Hij hoopte wellicht op de mogelijkheid om zich kandidaat te stellen als burgemeester van Gent maar dat kan hij wel definitief opbergen.

Belangrijker nieuws komt zoals vaak uit het buitenland waar Toshiba in zwaar weer zit door de zoveelste bouwnachtmerrie van kerncentrales. Deze keer is het prijs in de Verenigde Staten waar drie nieuwe kerncentrales alweer drie jaar achterlopen op oplevering en het budget reeds met een acht miljard dollar is overschreden. Dat we dezelfde ervaringen zien in Frankrijk en Finland is geen toeval een bewijst dat we de kunst om kerncentrales te bouwen aan het verleren zijn. Nu moet wel gezegd worden dat de huidige kerncentrales nieuw zijn in hun ontwerp en de eerste bouwervaringen altijd meer kosten alleen zien we geen beterschap.

Net zoals voor de Egyptenaren, Grieken of Romeinen kan men zich de vraag stellen of verworven kennis niet kan verdwijnen. Is dit de reden waarom we steeds minder kennis in huis hebben voor de bouw van nieuwe kerncentrales of is het gewoon het nieuwe design dat parten speelt? Wat de reden ook is men kan het zorgelijk noemen. Men kan en mag zeker tegen kerncentrales zijn maar in de huidige mix van productie speelt kernenergie nog altijd een rol, ook in de toekomstige.

De illusie om alle huidige kern- en kolencentrales te vervangen door gascentrales en dit dan een transitiebrandstof te noemen is gewoon een leugen en is gewoon nog meer van hetzelfde. Natuurlijk speelt aardgas een heel belangrijke rol als transitiebrandstof naar een CO vrije energiehuishouding maar vooral niet als vervanging voor de huidige basislastcentrales (lees centrales die 7/8000 uren op vollast werken). Het inspelen op toekomstige intermitterende duurzame energie en deze aan te vullen met kleinere flexibele gascentrales is logisch totdat we voldoende andere technologieen hebben zoals grootschalige opslag om al onze opgewekte zon en wind nuttig te gebruiken.

Ieder land is op dit ogenblik aan het kijken naar zijn energietransitie, zijn strategie en energiemix en het blijft jammer dat kleine landen zoals België en Nederland dit niet samen doen. Men heeft weinig geleerd vanuit het verleden toen Europa besloot om het E.G.K.S. op te richten en zo ons continent terug op te bouwen. Zeker gezien de enorme investeringen waar we voor staan is het belangrijk dat we samen kijken wie wat doet om zo elkaar te versterken.

Als men kijkt bijvoorbeeld naar de saga rond Langerlo in Genk om de oude kolencentrale toch maar een (tijdelijk) nieuw leven te geven als omgebouwde houtverbrander dan weet iedereen dat dit geld eigenlijk weggegooid is. Men zou bijvoorbeeld veel beter innoveren door op de site van Langerlo een relatief grootschalige fabriek te bouwen die waterstof gaat produceren op basis van geproduceerde windenergie. Er staan rond Genk al een behoorlijk aantal windturbines en ook al kan men dit soort projecten beter aan de zee bouwen dicht bij de grote windmolenparken, toch kan een dergelijk project belangrijk zijn om onze leercurve te gaan betalen. 2 miljard Euro verbranden aan houtpallets draagt niets bij tot onze toekomstige duurzame energiehuishouding en we dienen zuinig om te gaan met de middelen die we hebben. Hopelijk wordt dit project definitief afgevoerd en durft men echte keuzes te maken voor zaken zoals opslag die een essentieel onderdeel vormen in welke toekomstige energiemix dan ook.