Energie-Blog

André Jurres

Europees industriebeleid bestaat op papier maar in praktijk is het vaak nog ieder land voor zichzelf.

 

Kleine landen hebben altijd een nadeel als het op wedijveren voor industrie tegen de grote lidstaten aankomt.  De aankondiging dat Arcelor Mittal meer interesse zou hebben om zijn fabriek in Duinkerken te verduurzamen en dat de fabriek in Gent tweede keus is heeft wellicht wel enige grond.

 

De Franse overheid heeft sinds enige tijd  grote middelen vrijgemaakt om de regio Nord Pas de Calais terug aantrekkelijk te maken voor de industrie.  De staalfabriek van Arcelor Mittal kan daarbij op meer dan 800 miljoen Euro staatssteun rekenen, hetgeen ongeveer 50% van de ganse investering is.

 

Doe daar nog de ‘op maat’ gemaakte energiecontracten bij van EDF (die van de Franse staat gewoon de opdracht krijgt om een forse korting toe te passen om zo zeer competitieve stroomprijzen te kunnen aanbieden).  Feit is dat de marginale kost voor de Franse kerncentrales nu eenmaal een stuk lager dan de Belgische of Nederlandse elektriciteitsproductie mix ligt, maar toch. We zijn er namelijk hiermee nog niet.

 

Doe daar dan nog eens de explosief gestegen netwerkkosten bovenop die gemakkelijk in sommige gevallen binnen enkele jaren tijd maal twee tot maal drie gaan  en bingo de competitiviteit en dus concurrentiekracht van de Lage Landen is eraan, met een vriendelijk bedankje hooguit voor de moeite.

 

Na het recente Nyrstar in Budel zijn nu Audi in Vorst en Arcelor Mittal in Gent dé voorbeelden dat onze industrie na enkele jaren geduld echt overweegt om te vertrekken naar landen waar de energiekost vele malen lager is.

 

Dan spreken we nog maar niet van de Verenigde Staten met zijn energiekosten, die immers vijf keer goedkoper zijn als je als voorbeeld aardgas neemt.  Dit werkt door in de prijs voor elektriciteit vermits gascentrales daar nu eenmaal aan een veel lagere kost werken.

 

Het subsidieprogramma van Biden genaamd de IRA (hetgeen staat voor: Inflation Reduction Act) van meer dan driehonderd zeventig miljard dollar is simpel van opzet  en zorgt nu al voor een aanzuigend effect: nieuwe fabrieken gaan zich er vestigen.  De Europese lidstaten en de Europese Commissie proberen met eigen maatregelen ook aantrekkelijk te blijven, alleen zijn deze vaak  stringenter en vooral meer procedureel dan de Amerikaanse.

 

Als kleine landen moeten we dus niet alleen concurreren tegen onze grote buren binnen de Europese landsgrenzen maar ook tegen de Verenigde Staten en China. De laatste Europese fabrikanten van zonnepanelen vallen verder één voor één om de komende tijd en  pogingen om het tij te keren lijken  hopeloos te laat te komen. 

 

Wat dan wel?

 

Maak keuzes voor die industrieën en sectoren die van strategisch belang en waar Europa en zijn lidstaten daadwerkelijk het verschil kunnen maken, het fabriceren van zonnepanelen is dat helaas minder het geval.  Voor windmolens  is er hoop, want daar hangen andere bedrijfstakken aan vast zoals onze wereldleider baggeraars  van windmolens plaatsen een belangrijke activiteit hebben gemaakt.

 

Onze overheden dienen zichzelf  bewust ervan te worden dat zij onze energiekost met de huidige aanpak laten ontploffen. Neem nu als voorbeeld dat  de BV Nederland 25 miljard Euro aan Tennet uitleent om zijn net uit te breiden en  ACM  vervolgens ook toestemming geeft om deze investering maar door te rekenen in het netwerktarief.  Dit doet de overheid zonder er rekening mee te houden met de grootverbruikers van het land of met nieuwe technologieën die veel (meer) elektriciteit nodig hebben. Hier had men kunnen kiezen om te investeren in de energietransitie en de klimaatdoelstellingen en net zoals met de Delta werken dit zien als een infrastructuur investering die de toekomst van het land ten goede komt.

 

Hoe kan het toch zijn dat het netwerktarief voor bijvoorbeeld groene stroom van zee opgewekt door windmolens vele malen duurder is dan geïmporteerde LNG naar onze fabrieken te brengen?  Europa en dus zijn lidstaten hebben de ambitie om tegen 2040 90% minder broeikasgassen uit te stoten, maar zorgt er tegelijkertijd voor dat groene stroom vele malen duurder is dan een fossiele brandstof zoals aardgas en/of aardolie!!  Het zal wellicht allemaal niet bewust zijn maar het bewijst wel dat men de werking van onze sector niet begrijpt. Energie is een complex geheel van aaneengesloten vraagstukken, dus een integrale benadering en impactanalyse op het geheel is essentieel. En dat laatste mis ik nog wel eens.

 

Er is echter ook goed nieuws heren en dames politici, u gaat wellicht de reductie van de uitstoot van broeikasgassen wel halen tegen 2040, maar dan toch vooral omdat onze fabrieken gaan verhuizen naar andere landen en werelddelen.  Als een Nyrstar zijn productie in Budel stopzet, dan gaat het energieverbruik direct 1.5% naar beneden en dus ook voor een deel in dezelfde mate de uitstoot (voor bijvoorbeeld de elektriciteit die in Nederland met steenkool en aardgas wordt opgewekt), maar eerlijk is eerlijk, ik denk niet dat dit de bedoeling is.  Als Arcelor Mittal zijn productie in Gent terugbrengt, dan gaat de uitstoot in België uiteraard direct met percenten naar beneden, maar ook onze welvaart.  De paradox is dus dat als er in bijvoorbeeld de Verenigde Staten Europese fabrieken bijkomen, de uitstoot in de wereldwijd (meer) gaat stijgen omdat de Verenigde Staten hun industrie vooral laat groeien op goedkope aardgas en olie.