Energie-Blog

André Jurres

Warmtepompen niet rendabel door hoge prijs voor groene stroom

De Belgische regelgever CREG kwam na een studie tot de weinig verrassende conclusie dat het veel goedkoper is om fossiele brandstoffen te verbranden om je huis te verwarmen.

Niet alleen is de investering in een warmtepomp hoger dan in bijvoorbeeld een gasketel, maar vooral het verschil in de brandstof voor je verwarming is een groot probleem.

Nochtans is dit verschil al jaren geweten en al decennia een probleem. Kan iemand mij vertellen waarom bijvoorbeeld een liter stookolie goedkoper is dan een liter diesel? Juist, niemand. Zieltjes winnen of beter gezegd rustig houden heet dat, want in België verwarmt meer dan een miljoen huizen zich nog met deze dieselbrandstof. Het toevoegen van een ander kleurtje is zo ongeveer het enige wapenfeit waar de overheid zich hard voor heeft gemaakt en het zwaar beboeten van slimmeriken die de zogenaamde rode diesel in hun wagen gooien en zo massaal veel taksen uitsparen. Kun je hen dat kwalijk nemen? Eigenlijk niet.  Het wordt nog gekker, de tractoren mogen vervolgens wel op deze rode diesel rijden met als uitleg dat dit voor professioneel gebruik is en dus noodzakelijk.

De federale regulator zegt dat het verschil oploopt tot wel 100%, het dubbele, als je prijs per KWh warmte uitrekent en eigenlijk is dat een grove onderschatting.  Het verschil tussen groene stroom en bijvoorbeeld aardgas kan wel tot vier keer oplopen. Het argument dat een warmtepomp efficiënter is en men zo dus meer warmte krijgt uit zijn KWh brandstof is dan wel juist, maar waarom zou het gemiddelde gezin hier zelf niet van mogen profiteren?  Men heeft uiteindelijk toch een behoorlijke extra investering gedaan om afscheid te nemen van zijn gasketel of stookoliebrander!

Dat verschil of beter gezegd voordeel zou een extra reden moeten zijn om voor een warmtepomp te kiezen en niet gebruikt moeten worden om het verschil kleiner te maken qua kostprijs per KWh.

En hier stopt het nog niet, zelfs voor de meest vervuilende vorm, zijnde kerosine wordt per liter geen cent belasting aangerekend om toch maar zo goedkoop mogelijk naar onze vakantiebestemming te kunnen vliegen of ons pakketje uit China te laten landen met de laagst marginale kosten.

Dit betekent dus ook dat bijvoorbeeld elektrisch autorijden met groene stroom veel te duur is in plaats van de beste, lees goedkoopste, optie te zijn. De lijst van nadelen kan ik blijven invullen, als laatste bijvoorbeeld het verduurzamen van onze industrie. Groene waterstof maken kost drie tot vier keer meer dan vervuilende grijze waterstof maken met aardgas.  Begrijpt u het nog? Ik niet.

Hoe zou het dan wel moeten?

Ten eerste zouden overheden eerlijk moeten zijn en bepaalde technologieën verbieden en uit faseren. Voor België is dat het gebruik van fossiele brandstoffen om zijn huis te verwarmen.  Op papier is deze maatregel al afgesproken, maar veel te langzaam geïntroduceerd.  Belangrijker is ook dat men het principe moet gaan hanteren dat de vervuiler betaald, zorg ervoor dat de meest vervuilende wijze van transport of productie ook de meeste belasting betaald op zijn energie. Scheepvaart, luchtvaart en landbouw dienen afscheid te nemen van hun fossiele brandstoffen door een constante verhoging van de taksen op een liter brandstof.  Anderzijds moet het echte alternatief, zijnde groene stroom en zijn afgeleide producten steeds de beste oplossing zijn.

Natuurlijk betalen u en ik uiteindelijk de kosten hiervan, maar is het niet logischer dat de vervuiler betaald? Ons dierbare hoesje voor onze slimme telefoon uit China komt met een kostprijs die uw kinderen en de planeet gewoonweg niet kunnen betalen. Welvaart betekent niet dat je maar ongebreideld kunt groeien en gebruiken wanneer je maar wilt.  Wanneer hebben we voldoende om onze honger naar meer te bevredigen?

Het goede nieuws is dat groene stroom voor een groot deel binnen Europa opgewekt kan worden en we zo na 250 jaar nier meer honderden miljarden Euro’s gaan exporteren, maar in plaats daarvan gaan investeren in onze eigen energie infrastructuur. Waar wachten onze beleidsmakers op?